C18 Triple Six Batavia Spider
Beetje bij beetje komen we er wel. Het is tijd voor spatborden en dat geeft een paar uitdagingen: ten eerste moeten ze natuurlijk uitgelijnd zijn met de body en de wielen, ten tweede zijn het tal van ronde vormen die samen een geheel moeten vormen, ten derde wil ik het een Italiaans design geven, en dat is de grootste uitdaging. Na inmiddels erg veel auto’s, met name dus de Alfa 2900B, bekeken te hebben, valt er een bepaalde ronding op. Het is lastig uit te leggen, maar bekijk bijvoorbeeld het voorste spatbord eens.
Op bovenstaande afbeelding zie je dat bijna geen enkele lijn recht loopt. Er zijn slechts een paar lijnen zonder echte kromming (zijkanten grill, de lijn waar de spatborden over gaan naar de lagere delen met de lampen en de motorkap), deze zorgen voor een bepaalde strakke basis. Hierdoor kun je zien dat over bijna elke lijn wel nagedacht is, een combinatie van stijl en functie. Het mooie resultaat hiervan is dat de auto vanuit elke kant anders oogt, puur doordat het ontwerp zo dynamisch is met elke kromming. Pak maar eens een vel papier. Als het vlak is, oogt het eigenlijk vanuit elke hoek hetzelfde (het perspectief is iets waar onze ogen rekening mee houden). Buig je dat papier, dan zie je dat het al anders oogt. Buig je het nog eens, als een parachute, dan zie je hoeveel de hoek van waaruit je kijkt uitmaakt. Lichtval en reflectie zijn hierbij twee grote woorden. Om weer terug te gaan naar de zwarte auto hierboven, zie je dat het licht heel mooi vloeiend over de auto valt, terwijl het lichte bovenin haast het tegenovergestelde van het zwart onderaan is. De crèmekleurige auto erachter heeft dit effect al veel minder door de lichte lak, al ligt daar de nadruk weer op schaduwen (zie de onderkanten van de spatborden. Dit hoge contrast komt heel sterk over, terwijl dat vloeiende een elegant effect geeft.
Om het doordachte ontwerp te zien moet je de sierstrip aan de zijkant van de auto bekijken. Alles boven de strip oogt lichtgekleurd door het licht, alles eronder is donker. Donkere kleuren slanken over het algemeen af, je ziet er bar weinig vorm in. Witte kleuren laten vormen juist wat voller ogen. Hierdoor lijkt de zijkant heel mooi smal naar onder weg te lopen, vanuit die mooie brede bovenkant. In de praktijk is de zijkant een verticale lijn die juist bovenaan smaller wordt. Dat soort geintjes vormen dit soort jaren ’30 auto’s, de jaren dat autodesigns kunst werden. Het mooie van Italianen is dat zij op de een of andere manier gevoel hadden voor de juiste verhoudingen en net die laatste kromming erbij. Vergelijk je het met Engelse en Amerikaanse modellen, dat zij die vaak toch wat hoger en wat rechter gevormd. Duitsers leken het minimalisme weer wat minder te begrijpen en voor mij is de afwerking van het design (dus niet de auto zelf) net even wat minder. Nee, Italianen zijn in autodesign toch de heersers, de enige die lijnen echt lijken uit te vinden en ze te lijken snappen. Kijk daarvoor alleen al naar de hoek van de grill ten opzichte van de spatborden bij de Alfa van Prins Bernhard in mijn vorige post.
Goed, tot zover de lectuur voor vanavond. Tijd voor een paar foto’s van het achterste spatbord links. Een paar belangrijke richtlijnen waren voor mij dat van bovenaf het spatbord mee moet lopen met de kont en vooral de kofferbak nu. Van achter gezien moet het dan allemaal bij elkaar komen. Daarnaast moet het spatbord van zij gezien om het wiel heen vallen, alsof het er door hoge snelheid omheen gevouwen is. Het wordt even afwachten hoe het met blik eromheen uit ziet, maar tot zover ben ik tevreden.
Geef een reactie