Na een tijdje afwezig te zijn geweest, een nieuw project starten is toch weer even doorzetten, is het tijd voor nummer 7; de Cheeta C6 Gran Prix Formule 1-auto uit de jaren ’50. De Formule 1 is toch wel een van de, al dan niet dé, beroemdste raceklassen ter wereld en kan dan ook niet missen in de collectie. De klasse bestaat alweer sinds 1950, als doorontwikkeling van de vooroorlogse Grand Prix-races. Sindsdien is er natuurlijk veel veranderd en zijn er veel technieken en innovaties door ontstaan; toch leuk hoe de competitie en druk van het racen de innovatie meer stimuleert dan massa’s verkopen die wel geld in het laatje brengen. Voor mij is het begin van de F1 toch wel het hoogtepunt van design. Op dat moment is er nog steeds die eenvoudige opzet van voor de oorlog, maar nu wel doordacht. Daarna werden de meeste modellen mooi door functionaliteit en uitstraling, maar die pure lijnen beginnen steeds meer te verdwijnen.
Genoeg introductie. Mijn auto wordt dus gebaseerd op de stijl van de jaren ’50; de sigaar. Het zal een relatief eenvoudig model worden, want er zijn natuurlijk geen deuren etc. Maar om toch wat uitdaging en om er wat speciaals van te maken, wil ik de carrosserie los van het chassis maken. Zo ontstaan er een neus, body en staart die als losse delen op de auto geschoven moeten kunnen worden. Het idee komt van afbeeldingen van de Mercedes W196 die als zogenaamde open-wheel auto racete, maar ook met een gestroomlijnde kap. Je voelt hem al aankomen, die tweede carrosserie staat ook op de planning. Of het allemaal wat wordt is altijd de vraag, maar we gaan ervoor.
Om een impressie van het ontwerp te geven, is hier een aantal jaren oude tekening van mij. Dit moest een 12-cilinder voorstellen. Qua design is het vergelijkbaar met mijn huidige idee, een lange neus met smalle carrosserie. De praktijk zal natuurlijk weer wat anders worden.
En dan het project zelf, inmiddels al met een mooi begin. Het is gestart met remmen en ophanging, die zaten namelijk niet bij de velgen. Heel eenvoudig heb ik een ring gemaakt die binnen de velg past. Daar is een laagje blik overheen gegaan. Gelukkig paste metalen staaf door de naaf van de velg en kan deze dus als as dienen, door het blik heen. Een extra uitdaging zit in de voorkant, waar een scharnier moet komen voor het draaien van de wielen. Dat is een eenvoudig messing buisje geworden, aan de achterkant van het plaatje. Tijd voor de foto’s.
En uiteindelijk past het ook nog, na wat vijlen.
Vervolgens gaan we een chassis maken. Dit keer ben ik gestart bij de voorste ophanging, de verticale staven waar de wielen omheen draaien. Op dit punt is het belangrijk om precies de formaten te weten, elke fout in het chassis ga je vaak tegenkomen.
Dankzij de eerdere auto’s heb ik inmiddels inzicht in de formaten van de cockpit, alles is een kwestie van meten. Daarom heb ik er dit keer voor gekozen om de cockpit op een eigen frame te maken waar de stoel, tunnel, pedalen etc netjes opzitten.
Dan is het een kwestie van de twee samen te voegen en weer wat staven toe te voegen. Ook de voorste ophanging zit er hier op.
De volgende stap is het maken van het frame voor de body, een hele verzameling op maat gemaakte staven.
Op die manier moet dus de hele carrosserie gemaakt worden. De volgende stap is namelijk de neus. De neus staat centraal om de grill van waaruit alle lijnen naar achteren lopen. Het uitwerken ervan is een aantal uren passen, knippen, buigen, solderen, meer passen, meer knippen, meer buigen en meer solderen om zo af en toe weer wat weg te halen. Maar tot zover is het gelukt.
Na al die uren bouwen een kleine tussenstand van de stand van zaken.
Dat was hem eerst weer!